Een vrouw bij mij in de praktijk, ze werkt hard, doet overal hard haar best voor en heeft het ogenschijnlijk helemaal voor elkaar. Maar ze voelt zich leeg. Op. Moe. Ze ervaart weinig voldoening.
Zelf ziet ze eigenlijk helemaal niet dat ze het zo voor ‘elkaar’ heeft. Ja, natuurlijk het ontbreekt haar aan niets. Alles in de zin van materieel opzicht is in haar bezit of bereik. Daarnaast heeft ze een lieve man en hebben ze samen een zoon. Zij wonen in een mooi huis op een leuke locatie en ze gaan meer dan één keer per jaar samen op vakantie. Ze hebben allebei een leuke baan en hun zoon doet het goed op school.
Niks te klagen toch??
Maar het mag wel… vertel ik haar. ‘Wat?’ Klagen…’ ‘Nou….’ is haar antwoord. ‘Ik heb het zo goed. Ik ben daar echt wel heel dankbaar voor. Aan klagen heb ik toch niets, wat schiet ik ermee op? Behalve dat ik mijzelf misschien wel verder de put in trek.’
In de sessie bekijken we mede aan de hand van een opstelling waar voor haar het gevoel van ‘leegte’ vandaan komt. Het heeft te maken met helemaal tevreden kunnen en mogen zijn. Daar lijkt een ontzegging voor zichzelf op te zitten. ‘Het is voor mij gewoon nooit goed of goed genoeg voor mij. Ik heb de irritante eigenschap dat ik altijd verbeterpunten zie voor mijzelf. Het drijft mij en mijn werkgever waardeert dit enorm. Maar het lijkt mij ook op te branden.’
Sterk zijn en doorgaan
We tunen via de opstelling in op haar systeem. Haar verlangen ligt in het hier en nu. Meer voldoening en ook meer verbinding ervaren met man en kind. Hun zoon die wél heel goed kan klagen of gemakzuchtig kan zijn in haar ogen. Dat irriteert haar juist weer mateloos.
In de opstelling gaan we tot drie generaties terug. Mijn cliënt laat ik vooral invoelen en ervaren. Verklaren is niet nodig. Ze voelt leegte. Verlangen naar verbinding. Angst om de moed op te geven. Niet over praten doorgaan. Sterk blijven. Niet teveel op de voorgrond. Altijd wat aan te merken –, hoe het moet, hoe het hoort – ze krijgt het benauwd wanneer ze verbinding maakt met dit stuk van haar voorouders. Ze ‘stikt’ er bijna van. Het is veel.
Dit alles beleeft zij vooral op de plek van haar overgrootmoeder. Ze voelt veel verbinding met deze vrouw. Vanuit deze positie reikt zij uit naar haar echtgenoot. In haar beleving een harde man – onbereikbaar lijkt hij. Ze weet dat hij veel pijn heeft gekend in zijn leven. Het uitreiken heeft geen zin. Al vroeg wees, ooit kon zij hem ontdooien maar nu allang niet meer. Ook dat doet ze al niet goed. Liefde, wat is dat eigenlijk?
Terug naar nu
We kijken naar dat wat zij mij zojuist over de beleving en gevoelens van deze voorouder heeft laten zien. Welke overtuigingen heeft zij onbewust overgenomen van de vrouwen voor haar?
Grootste verlangen van mijn cliënt: verbinding. Echt elkaar voelen. ‘Wij vinden het zo belangrijk in onze relatie. Misschien we té. Misschien wil ik het allemaal wel té goed doen’.
Vanuit de verbinding die er via de opstelling is met haar voorouders is het belangrijk dat dat wat eerder niet uitgesproken is, wel uitgesproken wordt. Het mag gevoeld en ervaren worden. Er mag geklaagd worden. Het was veel voor deze overgrootmoeder, en ook overgrootvader. Onbedoeld zijn er zoveel overtuigingen over maar doorgaan, je groot en sterk houden te groot geworden. Vanuit pijn en verdriet, als overlevingsstrategie. Onbedoeld hebben deze mensen aan hun kinderen doorgegeven dat vanuit het hoofd leven en degene die je liefhebt op afstand houden een manier van leven is. Kinderen die alleen maar verbinding en liefde willen. Kinderen die stuk voor stuk loyaal zijn aan hun ouders.
Hoe weer die verbinding ervaren?
Om weer te verbinden, écht onvoorwaardelijke liefde te kunnen ontvangen, zichzelf toe te staan meer te ZIJN in plaats van veel DOEN was het nodig om zich zeer kwetsbaar op te stellen. In de sessie is gevoeld, gehuild, geopend. Ze ervaart dat juist het stuk waar ze niet naar toe wilde, donkerte, zwaarte ervaren, geuit in nooit willen klagen verlichting bracht. Dit had erkenning nodig. Positief ingesteld zijn is mooi, maar voor deze vrouw was het vanuit liefde voor haar voorouders een strategie geworden. Ze wilde het zo goed doen voor haar ouders. Mensen die in haar ogen veel over anderen mopperen en aan te merken hebben. De zwaarte en afstand die ontstaan is al generaties daarvoor leek zij te willen keren met haar positiviteit en harde werken.
Nu kan zij ervaren dat dit niet aan haar is. Zij mag haar eigen plek innemen in het systeem. Afscheid nemen van oude verhalen. Oude overlevingsstrategieën. Na een aantal oefeningen die zij thuis doet voor zichzelf hebben we weer contact.
Ik spreek een vrouw die zich evenwichtiger voelt. Niet meer de kartrekker en meer balans in relatie, gezin én werk ervaart. ‘Ik ervaar minder druk en toch krijg ik meer gedaan. Alsof er een soort rust is in mij. Ik merk wel dat ik nog steeds de neiging heb tot perfectionisme, maar ga nu heel bewust er mee om dat dit een oud stuk is en oefen mijzelf in ontvangen. Het allermooiste is dat ik niet meer constant bezig ben om mijn zoon juist naar het positieve te trekken om hem in te laten zien dat hij het niet altijd zo zwart/wit hoeft te zien. Ik realiseer mij nu pas écht dat ik dat zelf van binnen ook deed. Die positiviteit overdreven uitdragen was als tegenhanger voor mijn innerlijke criticus. Onze zoon was een duidelijke spiegel voor mij. Nu ik daar minder bovenop zit en anders omga naar mijzelf toont hij zich ook veel evenwichtiger en gaat ander om met tegenslagen. En mijn man stimuleert mij nu juist om af en toe ook juist eens lekker af te geven, hij blijkt daar best tegen te kunnen. Ik vind het zelf echt grappig dat dat klagen, of dat oordeel dat ik daarop had juist mij die evenwichtigheid lijkt te brengen. Alles mag er zijn alles mag ervaren worden en gaat ook weer voorbij en dat brengt veel rust.’