Met welk programma ben jij verbonden?
Verbinding
Een kind wil niets liever dan verbinding. In verbinding zijn, zich verbonden voelen. Zelfs wanneer dit betekent dat een dit een bepaalde afstandelijkheid van de ouder inhoudt.
Je gaat die afstandelijkheid zien als echte liefde, ook wanneer het je later tegen gaat staan.
Een voorbeeld: een volwassen vrouw ervaart een moeizame relatie met haar moeder. Wordt zich bewust van het feit dat zij eigenlijk als kind heeft ervaren dat zij groot en sterk moest zijn en op een bepaalde manier er voor haar moeder ‘moest’ zijn.
Ik moet het allemaal alleen doen
Nu in haar volwassen leven hoort zij zich vaak tegen haar gezinsleden zeggen: ‘ik moet het ook allemaal maar regelen en doen hier in huis…’ en trekt op werk en andere situaties al snel veel verantwoordelijkheden naar zich toe.
Zij heeft zich verbonden met het programma: groot en sterk zijn. Dit is dé manier van leven. Een ander programma, zoals bijvoorbeeld: achterover leunen, anderen om hulp vragen, kwetsbaar durven zijn…. komt niet voor.
Ze probeert het wel eens maar wonderlijk genoeg lopen deze pogingen uit tot een bevestiging voor zichzelf dat ze het toch beter en liever zelf doet.
Opstelling – voorouderlijk besef
In een opstelling werkt het daarom helend om terug te gaan naar de pijn. In de eerste plaats die van deze vrouw zelf – de kindpijn – waar ze eigenlijk het hele groot en sterk programma om heeft gebouwd om deze pijn niet te hoeven voelen. Het kost dan wel moeite maar dit is haar bestaansprogramma. Vanuit het kind dat zij was was dit de beste mogelijkheid voor haar.
En daarnaast pas ik het voorouderlijk besef toe: wat is de kern van deze pijn bij onze voorouders?
Wat is daar in trauma – onafgeronde ervaring – ontstaan dat nog altijd gedragen wordt door volgende generaties?
In ieder geval de pijn die deze vrouw oppikt vanuit het systeem, waar zij op aan-haakt. De omkering is vaak pas echt mogelijk wanneer de kern van de pijn is aangeraakt. Zoals verlies waar moeder van deze moeder mee te maken heeft gehad als kind en waar in die tijd nooit meer overgesproken is. Later ook niet.
De misvatting: het doet er niet (meer) toe…
In mijn werk zie ik dat het er wel toe doet. Wanneer de liefde niet vrij kon stromen omdat pijn in de weg zat. Reactie op pijn die al veel langer geleden is geweest maar iedere keer opeenstapelt omdat dochters het gevoel hebben voor moeder te moeten zorgen vanuit een ervaring van emotioneel gemis.
Het mooie is dat terug naar de kern van die pijn, alsnog door – ademen op dat moment, huilen, voelen wat er toen gebeurd is- zelfs over de tijd of dood heen – altijd weer beweging brengt binnen een familiesysteem. Dit wordt regressie genoemd – terug naar de ervaring. Emoties die daar niet werden beleeft hebben namelijk een essentiële functie in de verwerking. Emoties zijn bedoelt voor het moment.
Ruimte
Terug naar die ervaring van haar oma was best intens. Toch bracht het deze mooie vrouw veel ruimte. Zelf geeft ze woorden eraan als: ‘nu hoef ik niet meer te dragen, het voelt lichter. Ik mag op eigen benen staan en mij gedragen voelen. Ik ervaar nu pas hoe kracht en kwetsbaarheid eigenlijk met elkaar verweven zijn..’